Met een vloed aan woorden stormt ze binnen, ‘loopt tot 2 keer toe de ketting van mijn fiets. Kan er ook nog wel bij.’ Ik sta nog bij de voordeur en zij is al in de kamer.  Ze zet haar tas op tafel, ploft op een stoel, zucht en zegt: ‘Hoi, ik ben Carolijn. Je afspraak van 10 uur.’

Ineens is er chaos
Rob, de partner van Carolijn, is 15 maanden geleden overleden. Hun zoontje Tim was toen anderhalf. Carolijn heeft nog een zoon uit een eerdere relatie, Jeroen van 8. In september wordt Rob ziek. Na de operatie trekt hij bij Carolijn in, zodat ze hem kan verzorgen. Tot die tijd woonde Rob apart in het huis van zijn ouders waar hij een eigen bedrijf runt. Het gaat even goed, maar na de feestdagen wordt duidelijk dat Rob niet lang meer heeft. Op een frisse februari dag wordt hij opgenomen in het hospice. Daar besluiten ze te trouwen in het gezelschap van de kinderen, familie en vrienden met muziek, champagne en taart. De dag na het feest sterft Rob.

‘Hoe is het nu met je?’, vraag ik. Heel even is ze stil en kijkt me aan gevolgd door nog een woordenvloed. Hoe ze door het haastige huwelijk onbedoeld mede-eigenaar is van het huis dat van Rob’s familie is. Dat ze verwikkeld is in afhandelingsprocedures van zijn bedrijf waarbij zij aansprakelijk is. Of ze na haar ontslag haar eigen huis nog kan betalen, dat Jeroen het niet goed doet op school en Tim alleen bij haar in bed wil slapen. En haar vriendinnen vinden dat ze niet goed rouwt.

Boos op Rob
‘Ik rouw helemaal niet. Geen idee hoe ik me zou moeten voelen’, zegt ze. ‘Eigenlijk zou ik heel verdrietig moeten zijn. En dat ben ik niet. Ben wel boos. Op Rob. Zijn wens was om ons verzorgd achter te laten. En kijk eens hoe dat uitpakt. We hebben amper samengewoond, onze levens waren nog niet zo verbonden met elkaar, dat zou allemaal nog gaan gebeuren. Kan iemand mij vertellen hoelang ik zou moeten huilen?’

Samen brengen we orde aan in haar ‘chaos’ om rust te creëren. Ze schrijft op briefjes de woorden die haar bezighouden. Ik geef haar een houten kistje met laatjes en vraag haar in elke lade een briefje te doen. Ze ziet dat ze nog briefjes over heeft. In sommige lades zitten nu 2 briefjes. Ik leg haar uit dat dit haar persoonlijke archiefkast is en dat niet alle laatjes tegelijk open hoeven. Eentje is voldoende. Ze knikt, ‘Fijn. Dan hoef ik me niet met alles tegelijk bezig te houden’.

‘Wat heeft nu de hoogste prioriteit?’ ‘Mijn fiets’, zegt ze en schiet in de lach.

Nieuwe levenswarmte
Carolijn ervaart boosheid en geen verdriet. Of misschien nog niet. Boosheid betekent vaak verzet, vermijding om gemis niet te hoeven voelen of gevangen zitten in een bubbel van machteloosheid. Welke betekenis het voor Carolijn heeft gaan we uitzoeken. Op dit moment vertroebelt het haar blik op de toekomst en daar wil ze graag verandering in brengen.

Ze loopt met haar fiets de straat uit. De ketting schommelt rond de tandwielen. Ik kijk haar na: ‘Dag dappere vrouw, tot volgende week. Dat je leven deze wending zou krijgen dat heeft niemand je ooit verteld.’

11 juni 2017