Stefan

Stefan is 35 jaar. In april is geheel onverwacht zijn vrouw overleden, achttien weken zwanger van hun tweede kindje. Stefan blijft achter samen met hun tweejarig dochtertje.
Na het overlijden geeft zijn werkgever geeft hem alle ruimte met de woorden: ‘meldt je maar weer als je zover bent.’ Contacten verlopen volgens het protocol van de wet Poortwachter.

Begin november denkt Stefan dat hij ‘zover’ is en maakt een afspraak met zijn werkgever. Ze spreken samen een opbouw van uren en dagen af, hoe de introductie binnen het team zal verlopen en welke belastbaarheid passend is. Stefan vraagt of hij af en toe een taxivergoeding kan krijgen van zijn werkgever. Hij heeft geen rijbewijs en doet alles met de fiets. Zijn dagelijkse route tussen thuis-kinderdagverblijf-werk is 15 km enkele reis. De bus is geen alternatief, omdat er geen directe verbindingen zijn tussen de 3 plekken. Hij vraagt alleen een taxivergoeding uit bezorgdheid voor zijn dochtertje voor de dagen dat het uitzonderlijk slecht of koud weer is. De werkgever wijst het verzoek af, omdat hij geen precedenten wil scheppen en vindt dat Stefan zelf verantwoordelijk is voor zijn vervoer.

Stefan hervat zijn werk en valt binnen 3 weken weer uit. Er is onbegrip bij beide partijen wat de arbeidsrelatie negatief beïnvloed.

In gesprek met de werkgever
Stefan wil graag weer aan het werk. En dat vraagt een vermogen tot regelen, organiseren en plannen. Onverwachte obstakels, zoals slecht weer, kan hij niet overzien en zorgt direct voor chaos. Hij heeft daar begrip en hulp bij nodig.

  • Belangrijk om te weten over een rouwende werknemer
    Een rouwend mens staat in een overlevingsstand en ervaart veel en langdurig stress. Deze stress heeft direct effect op gedrag, het cognitieve en emotionele functioneren, zoals:
    a. verminderd vermogen om helder te denken, informatie te verwerken of beslissingen te nemen
    b. korte, grillige energieboog en emotionele instabiliteit
    c. kan moeilijk plannen om een doel te bereiken

Werkgever begrijpt nu dat het niet om onwil gaat, maar om een ‘niet kunnen’.

Terug naar de werkplek
Er zijn de volgende afspraken gemaakt.

  • a. Stefan hervat zijn werk volgens de eerder gemaakte opbouwafspraken
    b. werkgever stelt tot en met april een maandelijks budget van maximaal € 300,– beschikbaar als taxivergoeding. Overweging: taxibudget is lager dan een verzuimdag en dus snel terugverdiend.
    c. werkgever investeert in het traject De rouwende werknemer om Stefan te helpen met het verwerken van het verlies en zijn emotionele stabiliteit weer te hervinden.

De winst van verliesbegeleiding

Zonder interventie was Stefan zeker nog weken thuis geweest. Een verzuimdag kost de werkgever € 350,–.

  • Door een taxibudget van € 300,– p.m. beschikbaar te stellen heeft Stefan zijn obstakels kunnen overwinnen en start zijn re-integratie.
  • Aanzienlijke besparing op de verzuimkosten
  • Stefan voelt zich gesteund en gezien en wil de werkgever belonen met zijn inzet en betrouwbaarheid
  • De persoonlijke en deskundige verliesbegeleiding zorgen voor stresscontrole, meer zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Dit heeft een positieve invloed op de kwaliteit van Stefan’s leven en werk
  • Hogere productiviteit door minder verzuim
  • Betere prestatie op teamniveau
  • Herstel van de arbeidsrelatie